Koorlid Albert Metz 50 jaar organist

Koorlid Albert Metz 50 jaar organist. 

Zaterdag 13 februari 2010 begeleidt hij zijn ,,Urker Zangers”. 

Koorlid Albert Metz viert dit jaar zijn gouden jubileum als organist van de Gereformeerde Kerk op Urk. Zaterdag 13 februari 2010 vormt een concert van de ,,Urker Zangers” in de Gereformeerde Bethelkerk het slotakkoord van het evenement ‘Urk in Wintersferen’. Albert zingt ditmaal niet mee met zijn geliefde mannenkoor, maar begeleidt het koor en de samenzang op het historische Meere-orgel. Het concert zal tevens in het teken staan van de restauratie van dit orgel. Zie onderstaand artikel (en foto) over het jubileum van Albert Metz dat we overnemen uit Het Urkerland

Gouden jubileum voor organist Albert Metz (65) 

Orgelspelen: familietrek.
Trots laat hij zijn telefoon zien. Een foto op het beeldscherm van kleinzoon Abel, die uitbundig het orgel van opa bespeelt. Met een glanzend gelaat: ,,Prachtig hè!” Het doet hem vast denken aan vroeger. Hoe hij als kind het orgel van grootvader Wypke bespeelde. De vrucht daarvan is nog altijd zichtbaar – beter gezegd, hoorbaar – want Albert Metz is vijftig jaar organist binnen de Gereformeerde Kerk Urk. ,,Nog altijd ben ik een beetje zenuwachtig vooraf aan de dienst. Mijn vaste ritueel is daarom essentieel – muziekboeken die ik bij me moet hebben, een briefje met notities en als het even kan: opperste concentratie”, zegt Albert. Het helpt hem om het orgelspel tijdens diensten goed te laten verlopen. En meestal gaat het goed. Maar soms even niet. Lachend: ,,Dan reageren na afloop meteen mensen: ‘Wat was er loos?!’ Anderzijds krijg ik op z’n tijd ook complimenten. Leuk is dat, maar toch leer je het allemaal relativeren.” 

Hij was nog maar een jongen van dertien, toen die vrijdagmiddag een trouwdienst op het programma van vader Lourens stond. ,,Op onze scheepswerf was veel werk te doen, dus vroeg hij mijn opa om de dienst over te nemen.” ‘Neem Albert maar mee’ adviseerde hij nog. Albert mocht dan voor de dienst Johannes de Heer-liederen spelen. Opa Metz zag dat het zijn kleinzoon goed af ging en stemde toe: ‘Doe de rest de dienst ook maar jongen.’ Steeds vaker gebeurde dit en voor hij het wist, zat hij twee keer per zondag achter het orgel, roulerend van de Bethelkerk (‘een orgel met meerdere solo-mogelijkheden’) naar de Petrakerk (‘een mooi, solide en altijd constant orgel’) en De Poort (‘Een gewoon huisorgel, maar het contact met de kerk waardeer ik altijd erg’). De organist raakte zó gewend aan zijn rol in de dienst, dat hij later best moeite moest doen om te wennen aan ‘één dienst per zondag spelen’. ,,Eenmaal gewend, vond ik het ook fijn om af en toe met mijn vrouw Anna in de kerkbank te zitten.” 

Wat hij belangrijk vindt:
,,De indeling van het kerkelijk jaar wil ik graag in mijn muziek laten doorklinken, dat vind ik echt belangrijk. Daarnaast probeer ik in mijn spel rekening te houden met gebeurtenissen in ons dorp, zoals bijvoorbeeld het overlijden van mensen – geleerd van mijn vader. Verder speel ik graag liederen uit het Liedboek. Ze zijn prachtig, en door ze te spelen, leren mensen ze kennen.” 

Waar hij liever niet meer aan denkt:
Het was Biddag op Urk, maar op de scheepswerf was het een drukte van belang. ,,Buiten ons dorp is het immers een gewone dag en zodoende belde iemand me ‘s morgens. We hadden een zakelijke bespreking, die ik halfin moest afkappen, omdat ik moest spelen.” Het gesprek galmde nog na in zijn hoofd, liet hem niet los. Intussen waren de ouderlingen binnengekomen. Albert zette het opgegeven gezang in: ‘Geest van hierboven, leer ons geloven…’ In de muziek staat een herhaling. ,,Omdat mijn gedachten zo vol zaten, vergat ik die! Tja, en dan gaat het dus mis… Gelukkig ‘vond’ ik snel weer waar we zaten. Kan je meteen zien hoe belangrijk concentratie is. Soms zitten er wel eens mensen bij het orgel. Dat is prima hoor, maar je kan je niet laten afleiden. Alle aandacht is nodig om je op de samenzang te richten.” 

Wat indruk maakte:
,,Bij sommige van mijn mede-koorleden van de Urker Zangers die overleden, begeleidde ik de samenzang tijdens de rouwdienst. Dat is heel wat. Wat ik echt indrukwekkend vind is dat ik bij bekenden en vrienden de trouwdienst mag spelen. Komt later één van hen komt te overlijden, ben ik organist tijdens de rouwdienst. Dan voel je je echt betrokken bij de familie.” 

Wat verrassend was:
Albert was al jaren organist, toen Anna en hij bevriend raakten met familie De Heus. Het gespreksonderwerp kwam eens op de trouwdag van hun vrienden. ,,Het was zo’n schitterende dag, we wilden dat jullie ons trouwfeest meebeleefd hadden”, zeiden ze. Albert lachte : ,,Nou, dat was ik, want ik was organist in jullie trouwdienst!” 

De bekwaamheid om het orgel te bespelen kwam Albert Metz uiteraard niet aanwaaien. Nooit meer vergeet hij de lessen die hij kreeg van wijlen Meindert Kramer en diens vader Louwe. Naast volop blokken, was hij al snel praktijkgericht bezig. ,,Ik was lid van de knapenvereniging, die onder leiding stond Teunis Willem van Eerde. Louwe en T.W. (zo noemde iedereen hem) kenden elkaar en Louwe raadde hem aan: ‘Laat Albert spelen tijdens jullie bijeenkomsten’. Zo kreeg ik vaardigheid in het begeleiden van Johannes de Heer-liederen.” Nog altijd gebruikt hij die ervaring. Op Urk, maar ook buiten de dorpsgrenzen, zoals in Bant, of in de Evangelische kerk in Emmeloord, ‘vanwege een tekort aan begeleiders’. 

Gedurende een jaar kreeg Albert les van Klaas Mulder in de Vrijgemaakte Kerk in Kampen. ,,Een bron van inspiratie! Dan zat ik te krukken op een simpel lesje en zei hij: ‘Laat mij eens’. Hij vergat gewoonweg dat ik als leerling erbij zat, trok wat registers bij en veranderde het eenvoudige lesje in een geweldig muziekstuk!” Albert ontdekte dat een organist nooit uitgeleerd is en spijkerde later nog bij aan de muziekschool, samen met Tjeerd Hoekstra. ,,Een plezierige herinnering.” Niet in de minste plaats heeft dirigent Frits Bode een aandeel in de loopbaan van Albert Metz. ,,Frits stimuleerde me om door te gaan: ‘Je hebt het in je, doe er iets mee, wees niet zo bescheiden!’ Zijn telefoontjes na concerten vond ik altijd prettig, want of het nou goed of slecht gegaan was, hij belde steevast met: ‘Je deed het super!’ Onvergetelijk.” Genieten van orgel spelen doet Albert Metz nog altijd. Dat geldt ook voor zijn functie als organist van het Gereformeerd Kerkkoor Urk. ,,Prachtige herinneringen heb ik aan de beginperiode, de cd-opnamen en na 17 jaar doe ik dat nog altijd met plezier.” 

Blij om te mogen spelen in diensten hoopt hij mensen met zijn spel aan te spreken. ,,Zolang mijn speelkwaliteit niet achteruit gaat, blijf ik het graag doen.” En wie weet, kan hij in de toekomst het stokje overgeven aan kleinzoon Abel, zoals zijn opa en vader dat bij hem deden.