Concert ter afsluiting van ‘Zingen in de Winterdag’.
Genieten van Urk, zang, (blaas)muziek, kunst en nog veel meer!
Zaterdag 26 november 2011 werd er op Urk weer een ‘Zingen in de Winterdag’ georganiseerd. Dit evenement begon om 10.30 uur in het Kerkje aan de Zee en werd vervolgd met continue optredens op 7 verschillende locaties in de oude Urker dorpskom van koren en solisten en er waren diverse exposities georganiseerd, zodat men volop kon genieten van Urk, zang, kunst en nog veel meer. De afsluiting van deze culturele dag op Urk vormde het concert dat verzorgd werd in de Bethelkerk door de Chr. Brassband “Valerius” o.l.v. Egbert Scheffer en mannenkoor ,,Urker Zangers” o.l.v. Jacob Schenk. Maar natuurlijk ook veel samenzang, enerzijds met begeleiding van de brassband, anderzijds met begeleiding van het tijdelijke elektronische ‘noodorgel’, nu het historische Meere-orgel is gedemonteerd voor een omvangrijke restauratie. Koorlid Albert Metz was organist van dienst voor deze dag. Al met al een lang programma, misschien iets te lang, maar dat mocht het zangplezier niet drukken.
Als eerste waren de ,,Urker Zangers” aan de beurt en we deden dat met vertrouwde koralen als: ‘O God die vol van Liefde zijt’, met natuurlijk de tekst van oud-koorlid (wijlen) Hendrik Kramer, gevolgd door ‘Morning Prayer’ en Psalm 116 van Klaas Jan Mulder. Dat het een muzikaal feest is om samen op te treden met de geweldige Urker brassband “Valerius” dat wisten we al, maar wat is het plezierig om dat steeds weer opnieuw te mogen constateren. Met name hun ‘St. Florian Chorale’, met een geweldige rol voor de baspartij, die op zeer vakkundige en muzikale wijze werd neergezet, was een genot om te horen. Hun tweede optreden was niets minder, integendeel, met een heuse solopartij voor de (staande) trombonesectie in het stuk ‘Peter, James and John’, een perfecte balans tussen een partijtje ‘show’ en muzikaliteit.
Het tweede blok van de ,,Urker Zangers” volgde na de woorden van oud-schaatser Marnix ten Kortenaar, die een Urker ‘bessien’ heeft en een Joodse opa en daar de link legde naar het Joodse volk en de situatie van Israel anno nu. We zongen eerst het bekende ‘Gnädig und barmherzig’, een Duitstalig koorwerk naar Psalm 145 (vers 8) en vervolgden met een Frans koorwerk van (misschien wel één van onze lievelingscomponisten) Charles Gounod: ‘Près du fleuve étranger’. Het imposante muziekstuk is een lied (Psalm 137) van het verslagen en vermoeide volk Israël, dat met tranen in hun ogen hun moeilijke en zorgelijke situatie bezingt. Het sombere perspectief van de Israëlieten is door Gounod in prachtige en krachtige harmonisaties vertolkt, met een uiteindelijke heftige finale waar het klinkt: “Malheur! Malheur, Malheur!” Het stuk vergt het uiterste van het koor en de dirigent, deze middag ook nog eens begeleider van achter de piano, maar het spontane applaus gaf aan dat het publiek het waardeerde. Daarna brachten we nog de prachtige close harmonie van ‘My Lord what a morning’ en het swingende ‘Dry bones’ (naar Ezechiël 37). Tot besluit zongen we samen met brassband “Valerius” het koraal ‘Eternal Father’ in de bewerking van Jacob de Haan en zoals we dat gezamenlijk op de cd ‘Voorwaarts’ hebben opgenomen. Het was goed om zo weer onze medewerking te verlenen aan het werk van ‘Zingen in de Zomer’, beter gezegd, het was nu ‘Zingen in de Winterdag’, in stijl afgesloten met het gezamenlijk drinken van warme poeier(chocolade)melk.
We zijn ons nu met hart en ziel aan het voorbereiden op ons eindejaarsconcert met Sharon Kips in Theater ’t Voorhuys in Emmeloord!