Jubileumconcert 35 jaar Urker Zangers

Magistraal Jubileumconcert ,,Urker Zangers”.
Met medewerking van “Vollenhoofsch Fanfare”.
URK, zaterdag 4 oktober 2003. Aan het slot van hun jubileumtour, langs onder meer de Eusebiuskerk in Arnhem en de Laurenskerk in Rotterdam, gaf het 35-jarige mannenkoor ,,Urker Zangers” afgelopen zaterdag een groots concert in een goedgevulde Bethelkerk. Het concert kende een verrassende opening: vanaf de ‘kraak’ zette een dubbelkwartet uit het koor in met ‘Benedictus’ (Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren), later afgewisseld door het hele koor. Dit werk werd a capella uitgevoerd. Dat zo’n opening niet zonder risico is en van lef getuigd, was, afgezien van een enkele onzuiverheid van de eerste tenoren op de kraak, nauwelijks te horen. De uitvoering was keurig en indrukwekkend en uiterst nauwgezet gedirigeerd door Jacob Schenk, die alweer drieëneenhalf jaar voor het koor staat.

Na samenzang van ‘Lof zij de Heer’ en de stijlvolle opening van voorzitter Jaap Koffeman, werd het volgende optreden van ,,Urker Zangers” aangekondigd door ladyspeaker Heidi Kramer. De informatie die wij in het programmaboekje node misten, werd ons grotendeels door haar verteld, zij het niet altijd even overtuigend. Het koor opende met ‘Psalm 47’ (titelsong van hun nieuwe cd) in een bewerking van Schenk, die een beetje deed denken aan de muziek van Koos Bons en Jan Bonefaas. In het ‘Kom sta op, Hij is uw Herder’, van oud-koorlid Hendrik Kramer, kwam de prachtige balans van de vier koorpartijen sterk naar voren. Vervolgens hoorden we ‘Beveel gerust uw wegen’ in een mooie zetting van oud-dirigent Roelof Elsinga en de bekende bewerking van Klaas Jan Mulder (ook geen onbekende voor het koor) over ‘Psalm 119’. De vier coupletten duurden wel wat lang, waardoor de zangers nadrukkelijk tot kijken werden gemaand. De orgelbegeleiding van Jaap Kramer was mooi en solide. Het koor klonk mooier in de zachte delen dan in de forte passages.

Hierna was de beurt aan het bijna 100-jarige “Vollenhoofsch Fanfare” o.l.v. dirigent Albert Hoekman. In het overbekende, ietwat saai uitgevoerde ‘Arioso’ van Bach moesten de blazers nog wat inkomen. ‘Give us Peace’ van Ted Huggens (gebaseerd op ‘Dona Nobis Pacem’) klonk al veel zekerder, waarbij Peter Zelhorst en Bert de Jong elk aan een kant van de kerk op (opnieuw) de kraak een trompetsolo lieten horen. Hierna werden we getrakteerd op een overtuigende uitvoering van ‘Csardas’, zigeunermuziek vol melancholie en temperament van de beroemde componist Vittorio Monti. Dit werd gedirigeerd door Gerben Pol, net afgestudeerd aan het conservatorium, terwijl Karin Been excelleerde op de altsaxofoon. Vooral de afsluitingen van het fanfarekorps waren steeds erg mooi. Na uitvoering van de ‘Jupiter Hymne’ van Gustav Holst zongen we samen het “christelijke krijgslied” ‘Rijst op, rijst op voor Jezus’. Van Jaap Koffeman hoorden wij dat van de veertig ,,Urker Zangers” van het eerste uur nu nog elf mannen deel uitmaken van het koor. De oudste van hen, Joh. Gerssen (25 jaar lid van Hallelujah en daarna 35 jaar lid van ,,Urker Zangers”) ontving van de voorzitter de nieuwe cd “Zingt des Konings lof”, en een aandenken aan zijn laatste repetitie.

Nu traden Jacob en Jaap samen nadrukkelijk voor het voetlicht. Beide heren zijn enige show niet geheel vreemd. In ‘Maak mij rein’ toverde eerstgenoemde uit een bijzonder klein fluitje de mooiste klanken, rijk aan verbluffend soepele versieringen. Bij de ‘Military March’ van Franz Schubert (quatre mains) was de hilariteit groter dan het muzikaal gehalte.

Van de ,,Urker Zangers” hoorden wij nu een tweetal negrospirituals met een solo van Jan Bode. ‘Down in the River’ klonk vlak en zwak, ‘Stand still, Jordan’ daarentegen was een hoogtepunt: je zag de mannen meedeinen op de sfeervolle pianobegeleiding van Jaap Kramer (die op de piano af en toe wat nonchalant was). Werd Jan Bode in de eerste solo een beetje weggezongen door het koor, nu kwam hij veel beter uit de verf. ‘Just as I am’ (componist?) klonk wankelend, het ‘Sanctus’ van Gounod (met solist Hendrik Nentjes) was een genoegen om te horen. Hendrik heeft een prachtige klank, maar mist volume, en Jaap had soms wat moeite met het ritme. Bij het mannenkoor valt met name de bijzonder mooie klank van de eerste tenorpartij op. De uitvoeringen zijn netjes en zeer strak, zoals we dat gewend zijn van Jacob Schenk. 

Het fanfarekorps begon ditmaal met ‘Melody in Five’ van de Belgische componist Jan Haderman, gevolgd door het absolute hoogtepunt van de avond: ‘North Bridge Portrait’ van Stephan Bulla. De lichtmoderne, verhalende muziek (toegelicht door de dirigent) vertelt het begin van de Amerikaanse Revolutie met hoorbaar wapengekletter, paardenhoeven en een kanonschot. Technisch en muzikaal vergt deze muziek zeer veel van de spelers, die hierin zeer sterk naar voren kwamen. Als luisteraar werd je als het ware meegesleept. De sublieme uitvoering werd terecht met een daverend applaus beloond. Ook het ‘Anthem’ van Ulvaeus klonk feestelijk en meeslepend. Het “Vollenhoofsch Fanfare” heeft een hele goede indruk achtergelaten. Albert Hoekman dirigeerde eenvoudig, met heel weinig bewegingen, maar verrassend doeltreffend. Tijdens de collecte begeleidde Jaap op feestelijke wijze ‘Psalm 68’ (met een knipoog naar Klaas Jan Mulder). Zijn orgelspel was overtuigend.

Een drietal vrij lange werken werden nog gezamenlijk uitgevoerd: ‘De dag, door Uwe gunst ontvangen’, ‘Eternal Father, strong to save’ en ‘Bless this House’. Vooral dit laatste werd sterk gespeeld, gezongen en gedirigeerd. Met zijn stijlvolle en elegante manier van dirigeren, met hier en daar luidruchtige aansporingen, heeft Jacob Schenk bewezen een groot vakman te zijn. Hoewel een enkeling de kerk vroegtijdig verliet, was tweeëneenhalf uur hoogstaande muziek voor het publiek meer dan een groot genoegen, getuige de langdurige staande ovatie voor de uitvoerenden. Het concert werd rond de klok van half elf afgesloten met een magistrale toegift: het ‘Hallelujah-koor’ uit oratorium ‘Messiah’ van George Friderich Handel.

Minne Veldman.